
Achtergrondinformatie
Ik heb de onderstaande tekst integraal overgenomen van de bronwebsite adoptie.nl. hij was te goed om er zelf tekst aan te geven.
Geadopteerden hebben niet enkel een primaire loyaliteit ofwel ‘zijnsloyaliteit’ aan de biologische ouders maar ook een secundaire of ‘verworven’ loyaliteit aan hun adoptieouders, die hen verzorgen en opvoeden.
Adoptieouders hebben de taak de biologische ouders een plaats te geven in het leven van hun kind. Dat betekent dat ze de loyaliteit van hun kind aan de biologische ouders erkennen en daarmee om leren gaan. Hoe een kind omgaat met de verschillende loyaliteiten en of het deze kan hanteren, hangt onder andere af van de mate waarin het veilig gehecht is en waarin het verdriet en rouw kan uiten en verwerken. Het behoort tot de ontwikkelingstaken van geadopteerden zelf om alle loyaliteiten naast elkaar te laten bestaan en er op een eigen manier vorm te geven, hoe complex ook.
Loyaliteitsproblemen bij geadopteerden
Voor adoptiekinderen kan het omgaan met de dubbele loyaliteit lastig en verwarrend zijn. Wanneer een adoptiekind niet loyaal durft te zijn aan beide ouderparen, ontstaat een loyaliteitsconflict. Loyaliteitsconflicten spelen soms ook op onbewust niveau. Er zijn grofweg twee verschillende vormen:
- Het kind voelt zich schuldig ten opzichte van zijn biologische ouders als het van zijn adoptieouders gaat houden. Dit kan voelen als verraad. Soms wijzen geadopteerden demonstratief hun adoptieouders af en kiezen ze (onbewust) voor hun biologische ouders, die in hun ogen hun enige echte ouders zijn. Meestal identificeren ze zich dan ook met hun land van herkomst en hun afkomst, verlangen ze sterk naar contact met de biologische ouders en worden de biologische ouders geïdealiseerd. Een sterk loyaliteitsgevoel aan de biologische ouders kan het opbouwen van een veilige gehechtheidsrelatie met de adoptieouders in de weg staan.
- Andere kinderen durven hun loyaliteit aan hun biologische ouders niet te voelen of te uiten. Ze stellen bijvoorbeeld geen vragen over hen of doen alsof hun afkomst niet belangrijk is. Ze uiten geen interesse uit angst daarmee hun adoptieouders, met wie ze hier en nu leven en waar ze afhankelijk van zijn, te kwetsen. Hun identiteitsontwikkeling kan daarmee in de knel komen. Soms durven geadopteerden pas te gaan zoeken naar hun roots als ze door de letterlijke en/of figuurlijke afstand van hun adoptieouders (bijvoorbeeld als ze zelfstandig gaan wonen) meer ruimte gaan voelen.
Aandachtspunten adoptieouders
- Voor adoptieouders is het soms moeilijk te begrijpen dat hun kind loyaal is aan zijn biologische ouders, terwijl deze hun kind achterlieten, verwaarloosden of mishandelden. Zij kunnen daardoor ambivalente of negatieve gevoelens hebben over de biologische ouders en (on)bewust overdragen op hun kind. Adoptieouders kunnen zich ook schuldig voelen over hun negatieve gevoelens en gedachten over de biologische ouders en deze gevoelens wegstoppen.
- Als adoptieouders niet goed raad weten met alle gebrek aan informatie over de voorgeschiedenis van hun kind, kan het voor het kind ook voelen als een ‘verboden onderwerp’ om over in gesprek te gaan.
- Het kan adoptieouders kwetsen als hun kind zich heftig tegen hen afzet en lijkt te kiezen voor de biologische ouders. Sommige kinderen ontkennen de negatieve informatie over de biologische ouders en projecteren ze op de adoptieouders, terwijl de adoptieouders weten dat de werkelijkheid anders is. Als adoptieouders gevoelig zijn voor afwijzing, kunnen adoptieouders en kinderen terecht komen in een negatieve spiraal van boosheid en wederzijdse afwijzing. Voor adoptieouders is het erg belangrijk om te beseffen dat hun kind worstelt met loyaliteitsgevoelens en dat zijn afwerende houding en gedrag niet op hen als persoon gericht hoeft te zijn. Voor de wederzijdse gehechtheid is het heel belangrijk dat de adoptieouders de loyaliteit aan de biologische ouders (h)erkennen.
- Loyaliteit kan voor adoptieouders een pijnlijk onderwerp zijn en hen confronteren met hun ongewenste kinderloosheid. Zij zullen nooit de enige ouders zijn van en voor hun kind en hun onderlinge band is minder vanzelfsprekend. De biologische ouders zullen altijd een plek innemen in de belevingswereld van hun kind.
- Sommige adoptieouders hebben de neiging negatieve eigenschappen of ongewenst gedrag van hun kind toe te schrijven aan erfelijke eigenschappen of het karakter van de biologische ouders. Als ze dit laten merken, dan zeggen ze feitelijk tegen hun kind dat zijn biologische ouders ‘niet goed zijn of niet goed genoeg zijn’ en daarmee kwetsen ze hun kind.
- Soms schieten adoptieouders te ver door en doen ze te veel hun best om ruimte te geven aan de primaire loyaliteitsgevoelens van hun kind. Ze verheerlijken de biologische ouders te veel of ze staan overmatig stil bij het verlies van de biologische ouders. Ze geven daarmee soms te weinig aandacht aan hun eigen rol en positie. Het adoptiekind heeft hen juist nodig als stevige betrouwbare opvoeders, die zijn verdriet en loyaliteitsconflicten kunnen verdragen en hanteren.
- In een adoptiegezin kunnen er grote verschillen zijn in loyaliteit tussen de kinderen. Zo kan het ene kind heel loyaal zijn aan de biologische ouders en het andere kind kan dit gevoel minder of niet hebben. Dit geeft vaak een bijzondere en soms complexe gezinsdynamiek.
- Ook de manier waarop adoptieouders omgaan met de loyaliteit aan hún ouders beïnvloedt de manier waarop hun kind omgaat met zijn loyaliteitsgevoel.
Rol biologische ouders
- Geadopteerden kunnen gemakkelijker loyaal zijn aan hun beide ouderparen als de biologische ouders hun kind hebben kunnen laten weten dat zij achter de adoptie staan.
- Steeds meer adoptiekinderen en geadopteerden hebben contact met hun biologische ouders. De biologische ouders krijgen te maken met loyaliteitsgevoelens en -conflicten. Ook voor biologische ouders kan het heel confronterend zijn om te merken dat hun kind ook loyaal is aan zijn adoptieouders en zich gevormd heeft in een westerse cultuur. Geadopteerden kunnen in een loyaliteitsconflict terecht komen als hun biologische familie te veel aan hen gaan trekken.
Behalve met loyaliteitsgevoelens aan adoptieouders hebben adoptiekinderen soms ook nog te maken met loyaliteit aan pleegouders, die voor hen tijdelijk gezorgd hebben en een belangrijke rol in hun leven hebben gespeeld of nog spelen.
Loyaliteit in verschillende fasen
Het hanteren van loyaliteiten verschilt per ontwikkelingsfase. Naar mate een kind ouder wordt, wordt het zich meer bewust van zijn loyaliteitsgevoelens. Ook belangrijke gebeurtenissen als een rootsreis of een overlijden van een van de ouders heeft invloed.
- Voor een jong kind is het van wezenlijk belang dat het zeker is van zijn band met de adoptieouders. Het wil op de adoptieouders lijken, erbij horen. Afhankelijk van de leeftijd bij afstand is het zich meer of minder bewust van het bestaan van en de loyaliteit aan de biologische ouders.
- Als het tussen de vier en acht jaar oud is, beseft een adoptiekind dat adoptie niet alleen betekent ‘gewenst zijn´ door de adoptieouders maar ook ‘verlaten of afgestaan zijn’ door de biologische ouders. Dit brengt gedachten en ideeën over de biologische ouders op gang. In het verlengde daarvan ontstaat de vraag ‘Wat beteken en betekende ik voor mijn biologische ouders en wat betekenen zij voor mij?’
- Vooral in de puberteit spelen loyaliteitsvragen een belangrijke rol in het licht van identiteitsvragen: ‘Op wie lijk ik?’ ‘Bij wie hoor ik?’ ‘Voel ik me Colombiaan of Nederlander?’ Het losmaken van en zich afzetten tegen de adoptieouders kan een verhevigde interesse en sterkere loyaliteitsgevoelens ten opzichte van de biologische ouders tot gevolg hebben.
- Rootsinteresse of een rootsreis naar het geboorteland maakt loyaliteitsvragen actueel. Contact met de biologische ouders of -familie heeft invloed op loyaliteitsgevoelens. Adoptiekinderen of geadopteerden kunnen soms in verwarring raken of in een loyaliteitsconflict terecht komen na een ontmoeting met hun biologische ouders.
- Volwassen geadopteerden moeten eigen keuzes maken op welke wijze zij vorm geven aan de loyaliteit die zij voelen voor hun biologische familie, hun geboorteland en de cultuur. Er zijn grote verschillen en ook overeenkomsten in beleving en in keuzes die zij maken.
Mijn praktijk
Ik heb zelf niet zo’n ervaring met afwijzing van bio- of adoptieouders. Toch niet in mijn bewust gedachtegoed. Waar ik vooral hinder van ondervond was mijn verworven loyaliteit samen met de dankbaarheid voor adoptie.
Het gaf me een blinde keuze om mijn adoptieouders te volgen of dit nu mijn identiteit volledig uitwiste of niet. Het was mij verantwoordelijk stellen voor hun geluk en dit kwaadschiks realiseren door me alles te ontzeggen waar een kind behoefte aan had. Ze gaven me voorwaardelijke liefde.
Er zijn weinig mensen die dit soort parentificatie als misbruik aanzien. Echter is manipulatie of chantage evenzeer een soort mishandeling. Mischien niet fysiek maar zeker emotioneel of mentaal. Het hakt op je in en verdeelt jezelf in 1000 stukjes. Alle stukjes worden extern aangestuurd en je hebt er zelf geen controle over. Je hebt nooit een ‘zelf’ gehad.
Ik kwam net een quote tegen die aangaf dat je je eigen kinderen pas ruimte en vertrouwen kunt geven (hechting) als je jezelf kunt vertrouwen… Dan heb ik nog een lange weg te gaan en hoop ik dat het niet te laat is voor mijn dochter…
Ik heb al zoveel het begrip ‘parentificatie’ vernoemd. Dit zal daarom mijn volgend hoofdthema worden met 4 deelthema’s. Benieuwd? Schrijf je in op deze blog en krijg een herinnering als er nieuwe content is.
Zorg voor jezelf en tot snel!